Extatosoma tiaratum
Deze wandelende takkensoort ziet er anders uit dan het bekende twijgje. Deze lijkt op een verdord blad, wat een prima camouflage is. Hier maken ze dan ook duidelijk gebruik van door rustig heen en weer te wiegen als een blad in de wind.
Mannen en vrouwen zijn duidelijk verschillend. Vrouwen worden een stuk groter (16 cm), en zijn wat dikker dan de mannen. De vrouw is bedekt met kleine stekeltjes/doorntjes. Op de achterpoten zitten ook stekels, deze zijn wat groter en harder. Als het vrouwtje zich bedreigd voelt kan ze de belager tussen de achterpoten klemmen. Ook kan ze het achterlijf omhoog krullen waardoor ze voor andere dieren de schijn kan opwekken dat ze een schorpioen is. Ze kan ook een geur afgeven om belagers af te schrikken, deze ruikt naar vanille.
De man blijft wat kleiner (10 cm), en zijn langwerpig. Ook missen ze de vele doorntjes op het lichaam die de vrouw wel heeft. De mannen hebben dan weer grote vleugels die het achterlijf bedekken, waarmee hij ook goed kan vliegen. De vleugels van het vrouwtje zijn klein en onbetekenend.
Aan de poten van beide geslachten zitten gerafelde vergroeiingen waardoor ze nog meer lijken op een dood blad.
De naam komt door de kop van het vrouwtje, hier zit namelijk een groepje stekels. E. tiaratum komt van het woord Tiara, wat "Kroon in 3 delen" betekend.
Mannen en vrouwen zijn duidelijk verschillend. Vrouwen worden een stuk groter (16 cm), en zijn wat dikker dan de mannen. De vrouw is bedekt met kleine stekeltjes/doorntjes. Op de achterpoten zitten ook stekels, deze zijn wat groter en harder. Als het vrouwtje zich bedreigd voelt kan ze de belager tussen de achterpoten klemmen. Ook kan ze het achterlijf omhoog krullen waardoor ze voor andere dieren de schijn kan opwekken dat ze een schorpioen is. Ze kan ook een geur afgeven om belagers af te schrikken, deze ruikt naar vanille.
De man blijft wat kleiner (10 cm), en zijn langwerpig. Ook missen ze de vele doorntjes op het lichaam die de vrouw wel heeft. De mannen hebben dan weer grote vleugels die het achterlijf bedekken, waarmee hij ook goed kan vliegen. De vleugels van het vrouwtje zijn klein en onbetekenend.
Aan de poten van beide geslachten zitten gerafelde vergroeiingen waardoor ze nog meer lijken op een dood blad.
De naam komt door de kop van het vrouwtje, hier zit namelijk een groepje stekels. E. tiaratum komt van het woord Tiara, wat "Kroon in 3 delen" betekend.
Man:
Vrouw:
Huisvesting
Aangezien deze soort redelijk groot word, is er een wat hoger terrarium gewenst. Net als andere soorten wandelende takken moet de hoogte van de bak 3 keer de lengte zijn van het grootste dier, deze ruimte hebben ze nodig voor de vervelling. Een bodembedekking is niet verplicht. Het mag een kale glazen bodem zijn, maar ook cocopeat of houtsnippers kunnen gebruikt worden. Een aantal grotere en kleinere takken om in te klimmen, maar er moet wel bedacht worden dat er een open plek moet zijn van plafond tot bodem voor de vervelling. |
Voeding
Deze soort is niet moeilijk wat betreft de voeding. De bladsoorten die ze mogen eten zijn: -Eucalyptus -Braam -Eik -Hazelaar -Els -Roos -Acacia -Framboos -Meidoorn -Lijsterbes -Kastanje Als als hoofdvoer Eucalyptus word gevoerd, doen de dieren het het best. Dit is namelijk de natuurlijke voedselbron. Alle andere genoemde soorten mogen afwisselend bijgevoerd worden |