Triturus carnifex
Dit is een middelgrote salamander die tot 18 cm groot word. De staart beslaat ongeveer de helft van de totale lengte. Ze hebben een wratachtige huid. De mannen blijven iets kleiner, tot 15 cm.
De rugzijde is grijsbruin tot olijfkleurig, en de buik geel tot feloranje. Over het gehele lijf zijn grote zwarte stippen te zien. Voornamelijk bij de keel en de buikzijden is het dier bedekt met vele witte puntjes.
De flavistische variant heeft verminderd pigment, en is daardoor vrijwel volledig geel, op de stippen, witte puntjes en oranje buik na.
Jonge dieren hebben een fel gele streep over de rug en staart lopen.
De rugzijde is grijsbruin tot olijfkleurig, en de buik geel tot feloranje. Over het gehele lijf zijn grote zwarte stippen te zien. Voornamelijk bij de keel en de buikzijden is het dier bedekt met vele witte puntjes.
De flavistische variant heeft verminderd pigment, en is daardoor vrijwel volledig geel, op de stippen, witte puntjes en oranje buik na.
Jonge dieren hebben een fel gele streep over de rug en staart lopen.
Flavistische variant - Man
Tijdens de paartijd ontwikkeld de man een kam op zijn rug en staart, en krijgt hij een zilver/parelmoer-achtige streep op de staart.
Ook zwelt de cloaca op.
Ook zwelt de cloaca op.
Boven - Man
Onder - Vrouw
Onder - Vrouw
Huisvesting
Als je kijkt naar het natuurlijke migratiegedrag van land naar water van deze dieren, zou je verwachten dat ze ook daarnaar gehouden moeten worden. De praktijk leert echter dat deze dieren prima het hele jaar door in het water gehouden kunnen worden.
Veel beplanting, met name waterpest voor de zuurstofvoorziening en de afzet van eieren. Een drijvend stuk kurkschors om op te rusten. Verder mogen schuilplaatsen niet ontbreken. Bij deze soort is het ook belangrijk een open plek te creëren zodat er ruimte is voor de paring.
Zie "Aquarium"
Als je kijkt naar het natuurlijke migratiegedrag van land naar water van deze dieren, zou je verwachten dat ze ook daarnaar gehouden moeten worden. De praktijk leert echter dat deze dieren prima het hele jaar door in het water gehouden kunnen worden.
Veel beplanting, met name waterpest voor de zuurstofvoorziening en de afzet van eieren. Een drijvend stuk kurkschors om op te rusten. Verder mogen schuilplaatsen niet ontbreken. Bij deze soort is het ook belangrijk een open plek te creëren zodat er ruimte is voor de paring.
Zie "Aquarium"
Voeding
Deze stevige dieren houden zich altijd goed aan het motto van de salamanders: "Al wat past word gegeten".
Je kan ze werkelijk alles geven wat beweegt, maar met als hoofdvoer regenwormen. Hier krijgen ze allerlei soorten levend voer, ook krekels kan je ze geven. Dit bied ik aan via een pincet onder water, aangezien ze zelden het land opgaan.
Zie "Voeding"
Deze stevige dieren houden zich altijd goed aan het motto van de salamanders: "Al wat past word gegeten".
Je kan ze werkelijk alles geven wat beweegt, maar met als hoofdvoer regenwormen. Hier krijgen ze allerlei soorten levend voer, ook krekels kan je ze geven. Dit bied ik aan via een pincet onder water, aangezien ze zelden het land opgaan.
Zie "Voeding"
Kweek
De paring is niet moeilijk bij deze soort. Een periode van 2 weken met een temperatuur van 10-12 graden is genoeg, hoewel in sommige gevallen blijkt dat zelfs dat niet nodig is om de dieren in paarstemming te krijgen. De man zal het vrouwtje van voren benaderen en met de staart zwaaien naar haar. Hierbij scheidt hij een stofje uit wat haar overhaalt om te paren. Dan zet het mannetje de spermatofoor af op de bodem, waarna hij al zwaaiend met zijn staart het vrouwtje overheen begeleid. Deze neemt de spermatofoor op en zonder dat er lichamelijk contact is geweest worden de eieren bevrucht.
De paring is niet moeilijk bij deze soort. Een periode van 2 weken met een temperatuur van 10-12 graden is genoeg, hoewel in sommige gevallen blijkt dat zelfs dat niet nodig is om de dieren in paarstemming te krijgen. De man zal het vrouwtje van voren benaderen en met de staart zwaaien naar haar. Hierbij scheidt hij een stofje uit wat haar overhaalt om te paren. Dan zet het mannetje de spermatofoor af op de bodem, waarna hij al zwaaiend met zijn staart het vrouwtje overheen begeleid. Deze neemt de spermatofoor op en zonder dat er lichamelijk contact is geweest worden de eieren bevrucht.
De eieren worden per stuk afgezet en apart in een blaadje gewikkeld. Afhankelijk van de temperatuur komen de eieren na 2 tot 4 weken uit. Verdere informatie over de opkweek op de Kweekpagina.